courtage

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  courtage    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cour·ta·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘makelaarsloon’ voor het eerst aangetroffen in 1520 [1]
  • afgeleid van het Franse 'courtage' (met het achtervoegsel -age) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord courtage courtages
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decourtagev

  1. (economie) beloning die een adviseur of tussenpersoon ontvangt na de verkoop van een product
     In deze periode had Mercurius ongeveer 8 miljoen bruto binnengehaald, waarvan af werden getrokken de lopende rentekosten van de lening van het concern van 1,2 miljoen, bepaalde investeringen in voertuigen, roerende goederen en loonkosten voor nieuw aangetrokken personeel van circa 2 miljoen en daarbij courtage van 2,4 miljoen.[4]
Synoniemen
Hyponiemen
  • afmakingscourtage, wisselcourtage
Afgeleide begrippen
  • courtagenota, courtagetarief
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord courtage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.