crêpe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  crêpe    (hulp, bestand)
  • IPA: /krɛp/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • crê·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dunne pannenkoek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1968 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weefsel’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • van Frans crêpe [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord crêpe crêpes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decrêpev

  1. (voeding) dun pannenkoekje
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord crêpe -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decrêpem

  1. (textielindustrie) dun geruwd weefsel
  2. (materiaalkunde) dun papier met een rimpelig oppervlak
  3. (materiaalkunde) bleke soort natuurrubber met een brokkelig oppervlak
Synoniemen
Hyponiemen
  • zandcrêpe
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord crêpe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Werkwoord

vervoeging van
crêper

crêpe

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van crêper
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van crêper
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van crêper
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.