critica

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  critica    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkritika/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • cri·ti·ca
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van kritiek met het achtervoegsel -a
enkelvoud meervoud
naamwoord critica critica's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decriticav

  1. vrouwelijke vorm van criticus
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord critica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
criticar

critica

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van criticar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van criticar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.