croquet

Uitspraak

• Geluid:  croquet    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cro·quet

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘balspel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 ^[1][2]

Zelfstandig naamwoord

het croquet o

1. (sport) spel of sport met als doel een (gras)parcours af te leggen waarbij een bal met een hamer door poortjes geslagen moet worden

Werkwoord

croquet

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van croqueten
   

   • Ik croquet. 

2. gebiedende wijs van croqueten
   

   • Croquet! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van croqueten
   

   • Croquet je? 

croquet

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van croqueten
   

   • Jij croquet. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van croqueten
   

   • Hij croquet. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van croqueten
   

   • Croquet! 

Gangbaarheid

• Het woord croquet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "croquet" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Uitspraak

• Geluid:  croquet (VK)    (hulp, bestand)

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit een noordelijk dialect van het Frans; verder te herleiden tot Oudfrans croc, Oudnoords krokr.^[1]

Zelfstandig naamwoord

croquet

1. (sport) croquet

Werkwoord

croquet

1. onovergankelijk, (sport) croquet spelen, croqueten

Verwijzingen