cud

Engels

enkelvoud meervoud
cud cuds

Zelfstandig naamwoord

cud

  1. (biologie) spijsbrok
    «Cattle chew the cud, horses do not.»
    Runderen herkauwen, paarden niet.


Pools

Zelfstandig naamwoord

cud m

  1. wonder o
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.