cyberpester
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cyberpester (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cy·ber·pes·ter
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van pester met het voorvoegsel cyber-
- Naamwoord van handeling van cyberpesten met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cyberpester | cyberpesters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de cyberpester m
- (internet) pester die via het internet zijn of haar slachtoffers pest
- ▸ Schildklierpatiënt Gigi Hadid rekent af met hardnekkige cyberpesters[1]
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van cyberpestster, trol, internettrol
Gangbaarheid
- Het woord cyberpester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Schildklierpatiënt Gigi Hadid rekent af met hardnekkige cyberpesters” (12-02-2018), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.