cybersecurity

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cybersecurity    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cy·ber·se·cu·ri·ty
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cybersecurity
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decybersecurityv

  1. (informatica) veiligheid betreffende aan het internet gekoppelde systemen
    • Samenwerking in Europa bij de bestrijding van terrorisme is cruciaal. Binnen de Europese Unie werkt ons land intensief aan een betere informatie-uitwisseling tussen Europese inlichtingen- en opsporingsdiensten, gemeenschappelijke grensbewaking, de aanpak van financieringsstromen en verbetering van de cybersecurity.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'cybersecurity' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Troonrede 2016
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.