cytokine

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cytokine    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cy·to·ki·ne
Woordherkomst en -opbouw
    enkelvoud meervoud
    naamwoord cytokine cytokines
    cytokinen
    verkleinwoord

    Zelfstandig naamwoord

    decytokinev

    1. (medisch) eiwitten die het afweerreactie van het immuunsysteem reguleren
       Het gaat om patiënten met een longontsteking door covid-19 en die getroffen worden door een zogeheten cytokinestorm, een overreactie van het afweersysteem die overal in het lichaam ontstekingen veroorzaakt. Het Cytokine Storm Syndroom (CSS) komt bij meer infectieziekten voor en bij ongeveer een kwart van alle covid-19-patiënten die in het ziekenhuis belanden.[1]
       Cytokinen zijn eiwitten die het afweerreactie van het immuunsysteem reguleren. Er zijn twee soorten cytokinen: ontstekingsbevorderende en ontstekingsremmende. Een subtiel samenspel van beide zorgt ervoor dat het afweersysteem een infectie de baas wordt. Maar een overmatige productie van ontstekingsbevorderende cytokinen kan juist een veel ernstiger beloop van de infectie veroorzaken.[2]

    Gangbaarheid

    • Het woord cytokine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Meer informatie

    Verwijzingen

    1. Weblink bron
      Rinke van den Brink
      “Drastische verbetering ziekste covid-19-patiënten door experimentele behandeling” (Dinsdag 21 juli 2020, 12:03), NOS
    2. Weblink bron
      Rinke van den Brink
      “20 kinderen in Nederland met nieuwe ernstige ziekte, mogelijk door corona” (Maandag 25 mei 2020, 13:51), NOS
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.