défoncé

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /de.fɔ̃.se/

Bijvoeglijk naamwoord

défoncé

  1. (spreektaal) stoned, high
    «Mathieu, il était tellement défoncé qu’il voulait sauter du balcon.»
    Mathieu was zo stoned dat-ie van het balkon wilde springen. [1]

Werkwoord

défoncé

  1. voltooid deelwoord (participe passé) van défoncer

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.