dancing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dancing    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dan·cing
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘dansgelegenheid’ voor het eerst aangetroffen in 1926 [1]
  • pseudo-Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord dancing dancings
verkleinwoord dancinkje dancinkjes

Zelfstandig naamwoord

dedancingm

  1. een gelegenheid waar men kan dansen
    • De dancing was gisteravond gesloten. 

Gangbaarheid

  • Het woord dancing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Werkwoord

dancing

  1. onvoltooid deelwoord van dance

Zelfstandig naamwoord

dancing

  1. gerundium van dance
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.