danse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  danse    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dan·se

Werkwoord

vervoeging van
dansen

danse

  1. aanvoegende wijs van dansen

Gangbaarheid

  • Het woord danse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Frans

Werkwoord

vervoeging van
danser

danse

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van danser
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van danser
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van danser


Limburgs

Uitspraak
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
danse
dansdje
gedans
zwak volledig
  • IPA: /dansɐ/ (Etsbergs)

Werkwoord

danse

  1. dansen




Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • dan·se

Werkwoord

danse

  1. dansen
    «Danse macht Schpass un is aa gsund.»
    Dansen maakt plezier en is ook gezond.
Vervoeging
  • derde persoon enkelvoud
    • er danst (mannelijk)
    • sie danst (vrouwelijk)
    • es danst (onzijdig)
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.