danspartner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  danspartner    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dans·part·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord danspartner danspartners
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedanspartnerv/m

  1. (dans) degene met wie men danst

Gangbaarheid

  • Het woord danspartner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.