dazzle

Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • daz·zle
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
dazzle dazzles

Zelfstandig naamwoord

dazzle

  1. schittering
  2. (sterke) verbazing, verbijstering
vervoeging
onbepaalde wijs to  dazzle 
he/she/it  dazzles 
verleden tijd  dazzled 
voltooid
deelwoord
 dazzled 
onvoltooid
deelwoord
 dazzling 
gebiedende wijs  dazzle 

Werkwoord

dazzle

  1. overgankelijk blind maken, verblinden
  2. overgankelijk verbazen, verbijsteren, verbluffen
  3. overgankelijk imponeren, veel indruk maken op
  4. onovergankelijk blind worden, verblind raken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.