deïst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deïst (hulp, bestand)
- IPA: / deˈjɪst / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- de·ist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deïst | deïsten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de deïst m
- (religie) aanhanger van het deïsme, een religieus-filosofische opvatting die God als transcendente oorzaak van de natuurwetten beschouwt
- ▸ ‘Waar ik het wel moeilijk mee heb, is als politieke leiders hun beleid laten bepalen door hun geloof, zoals Bush junior deed. Of dat ze beweren dat Amerika christelijk moet zijn, dat de founding fathers dat zo bepaald hebben. Dat vind ik een gevaarlijke uitspraak. De founding fathers, die Amerika gesticht hebben, wilden net het tegendeel: een moderne natie waar religieus fanatisme geen kans kreeg. Ze waren geen christenen, maar deïsten en vrijmetselaars.[2]
Gangbaarheid
- Het woord deïst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deïst" herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Ilse Degryse“Dan Brown: "Ik ben niet heel erg in geld geïnteresseerd"” (30/10/2009), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.