dec.

Niet te verwarren met: dec

Nederlands

Uitspraak

[1]
- Geluid: december (hulp, bestand)
- IPA: /deˈsɛmbər/
[2]
- Geluid: declinatie (hulp, bestand)
- IPA: /dekliˈna(t)si/

Woordafbreking

dec.

Woordherkomst en -opbouw

[1] (verkorting) van het Nederlandse zelfstandige naamwoord december
[2] (verkorting) van het Nederlandse zelfstandige naamwoord declinatie

Zelfstandig naamwoord

de dec. m

(afkorting) twaalfde en laatste kalendermaand, december
«De vergadering is 17 dec. 2011»
De datum van de vergadering is 17 december 2011
(astronomie) afstand (in booggraden) van een hemelobject ten opzichte van de hemelequator

Opmerkingen

[1] Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven, maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een maand gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten: dec ^[1].

Meer informatie

Verwijzingen

↑ Afkortingen van de namen van de maanden op website: taaladvies.net; geraadpleegd 2016-10-25

Gangbaarheid

Het woord dec. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
[1] Wikipedia: December
[2] Wikipedia: Declinatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.