decatlon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  decatlon    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdekɑtˌlɔn/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • de·cat·lon
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tienkamp’ voor het eerst aangetroffen in 1940 [1]
  • afgeleid van het Griekse άᦉλον 'athlon' (wedstrijd) met het voorvoegsel deca- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord decatlon decatlons
verkleinwoord decatlonnetje decatlonnetjes

Zelfstandig naamwoord

decatlon m / o [3]

  1. (sport) tienkamp
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord decatlon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.