decentralisatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  decentralisatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·cen·tra·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘spreiding’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • Naamwoord van handeling van centraliseren met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -atie
enkelvoud meervoud
naamwoord decentralisatie decentralisaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedecentralisatiev

  1. spreiding van bestuurlijke bevoegdheden over een aantal lagere instanties
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord decentralisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.