declamatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  declamatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·cla·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het voordragen’ voor het eerst aangetroffen in 1734 [1]
  • Naamwoord van handeling van declameren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord declamatie declamaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedeclamatiev [3]

  1. voordracht, de kunst van (gedichten) voordragen
  2. voordracht
     Deze indrukwekkende demonstratie van betrokkenheid van de kant van de majordomus had een onverwachte uitwerking op de gevleide dichteres. Ze begon te schateren, waarbij zichtbaar werd hoe haar tanden verankerd waren in de met roze tandvlees overtrokken mandibula van haar schedel. Het was bijna angstaanjagend hoe grappig zij de goedbedoelde declamatie van haar eigen meesterwerk achtte.[4]

Gangbaarheid

  • Het woord declamatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.