deducere
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deducere (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·du·ce·re
Woordherkomst en -opbouw
- deduceer ww met de uitgang -e
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deduceren |
deducere
- aanvoegende wijs van deduceren
Gangbaarheid
- Het woord deducere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Latijn
Uitspraak
- Geluid: deducere (hulp, bestand)
- IPA: /deːˈduː.ke.re/
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | |||
---|---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. act. |
1e pers. enk. ind. perf. act. |
supinum |
dēdūcere | dēdūcō | dēdūxī | dēductum |
derde vervoeging | volledig |
Werkwoord
dēdūcere
- actief infinitief praesens van dēdūcere
- wegbrengen
- begeleiden
- (figuurlijk) misleiden, verleiden
- passief imperatief praesens, tweede persoon enkelvoud van dēdūcere
- word weggebracht!
- word begeleid!
- wordt misleid!, wordt verleid!
tegēre
- passief indicatief futurum, tweede persoon enkelvoud van dēdūcere
- jij zal worden weggebracht
- jij zal worden begeleid
- jij zal worden misleid, jij zal worden verleid
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.