defect

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  defect    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·fect
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘beschadigd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1650 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen defectdefecterdefectst
verbogen defectedefecteredefectste
partitief defectsdefecters-

Bijvoeglijk naamwoord

defect

  1. kapot, niet werkend
    • Het defecte apparaat kon niet meer gerepareerd worden. 
     Terwijl ik goedkeurend met mijn vinger langs de vergulde lambrisering streek, de dikte voelde van de stof van de zware, oker overgordijnen en de stoel wegschoof om de openslaande deuren te openen naar het terras, dat uitzicht bood op de rozentuin, of wat daarvan over was, en de vijver met de defecte fontein, bedacht ik dat ik nog tijd genoeg zou hebben om deze kamer en detail te beschrijven.[2]
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord defect defecten
verkleinwoord defectje defectjes

Zelfstandig naamwoord

hetdefecto

  1. storing, beschadiging van een apparaat
    • De defecten werden provisorisch verholpen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord defect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.