deficiëntie

Nederlands

Uitspraak

Geluid: deficiëntie (hulp, bestand)

Woordafbreking

de·fi·ci·en·tie

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van deficiënt met het achtervoegsel -ie ^[1]^[2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	deficiëntie	deficiënties
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de deficiëntie v

tekortkoming
(taalkunde) gebrek aan redundantie

Hyponiemen

adamsdeficiëntie
alfa-1-antitrypsine-deficiëntie
alpha-1-antitrypsine-deficiëntie
calciumdeficiëntie

enzymdeficiëntie
foliumzuurdeficiëntie
glucose-6-fosfaatdehydrogenase-deficiëntie
immunodeficiëntie

immuundeficiëntie
kaliumdeficiëntie
leptine-deficiëntie
linolzuurdeficiëntie

magnesiumdeficiëntie
mangaandeficiëntie
niacinedeficiëntie
zinkdeficiëntie

Afgeleide begrippen

deficiëntieziekte

Vertalingen

1.

Engels: deficiency ^(en)

Spaans: deficiencia ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord deficiëntie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deficiëntie" herkend door:

85 %	van de Nederlanders;
84 %	van de Vlamingen.^[3]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ deficiëntie op website: Etymologiebank.nl
↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.