delict

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  delict    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·lict
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘strafbaar feit’ voor het eerst aangetroffen in 1503 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord delict delicten
verkleinwoord delictje delictjes

Zelfstandig naamwoord

hetdelicto

  1. (juridisch) een gedraging die bij de wet verboden is zowel de ernstige misdaden als de minder ernstige overtredingen
    • Op delicten rust straf. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • ambtsdelict
  • belastingdelict
  • commissiedelict
  • drugsdelict
Afgeleide begrippen
  • delictsomschrijving
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord delict staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.