denigrate

Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈdɛ.nɪ.gɹeɪt/
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to  denigrate 
he/she/it  denigrates 
verleden tijd  denigrated 
voltooid
deelwoord
 denigrated 
onvoltooid
deelwoord
 denigrating 
gebiedende wijs  denigrate 

Werkwoord

denigrate

  1. kleineren
  2. belasteren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.