depêche
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: depêche (hulp, bestand)
- IPA: / deˈpɛʃ / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- de·pê·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | depêche | depêches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de depêche v / m
- met spoed te bezorgen gewichtige, ambtelijke brief
Gangbaarheid
- Het woord depêche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "depêche" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.