deprivatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deprivatie    (hulp, bestand)
  • IPA: /depriˈvaʦi/
Woordafbreking
  • de·pri·va·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tekort aan zintuiglijke ervaringen of slaap’ voor het eerst aangetroffen in 1976 [1]
  • Naamwoord van handeling van depriveren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord deprivatie deprivaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedeprivatiev

  1. (medisch) een gemis dat leidt tot ziekteverschijnselen
  2. het (doen) ontberen van iets nodigs of aangenaams
    • Het is een algemeen gegeven dat kinderen die op zeer jonge leeftijd naar Vlaanderen komen, minder lang hebben blootgestaan aan mogelijke vormen van verwaarlozing en deprivatie. [3]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord deprivatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.