diabolo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diabolo    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·a·bo·lo
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘speelgoed’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1]
  • afgeleid van het Griekse bolo met het voorvoegsel dia- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord diabolo diabolo's
verkleinwoord diabolootje diabolootjes

Zelfstandig naamwoord

dediabolom [3]

  1. (speelgoed) zandlopervormig speelgoed, bestaande uit twee met de toppen verenigde kegels, dat men al heen en weder rollend op een koord tussen twee stokjes in evenwicht probeert te houden daarbij gebruikmakend van het principe van het traagheidsmoment
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord diabolo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.