dichtdraaien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dichtdraaien    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɪxtdrajə(n)/
Woordafbreking
  • dicht·draai·en
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

dichtdraaien [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dichtdraaien
draaide dicht
dichtgedraaid
zwak -d volledig
  1. van een kraan dat er geen of minder vloeistof of gas door kan stromen
    • Als je de kraan met de wijzers van de klok mee draait, draai je de kraan dicht  
    • Van die geopolitieke strijd is bij de opslag in Jemgum weinig te merken. Hier bepalen de Europese vrijemarktregels wie er wint en wie er verliest. Mocht Gazprom de kraan om politieke redenen ooit dichtdraaien, dan moet ‘kleindochter’ Astora op zoek naar andere klanten om te overleven. [2] 
Synoniemen
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
ergens geen of minder geld aan geven terwijl men dat vroeger wel deed

Gangbaarheid

  • Het woord dichtdraaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.