dictie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dictie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dic·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zegging’ voor het eerst aangetroffen in 1894 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord dictie dicties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedictiev [3]

  1. wijze van uitspreken
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord dictie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.