dievegge

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dievegge    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • die·veg·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vrouw die steelt’ voor het eerst aangetroffen in 1440 [1]
  • Afgeleid van dief met het achtervoegsel -egge, waarbij spellingsregel 1.2.a[2] is toegepast.
enkelvoud meervoud
naamwoord dievegge dievegges
verkleinwoord dieveggetje dieveggetjes

Zelfstandig naamwoord

dedieveggev

  1. vrouwelijk persoon die steelt
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord dievegge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.