dikdiks
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dikdiks (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- dik·diks
Woordherkomst en -opbouw
- dikdik zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dikdiks | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dikdiks mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dikdik
- meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Madoqua Dikdiks, zo genoemd vanwege het geluid dat ze maken als ze gealarmeerd zijn, zijn kleine antilopes van het geslacht Madoqua dat bestaat uit vier soorten. Ze leven op de savannes van Zuid- en Oost-Afrika
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord 'dikdiks' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.