dikdiks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dikdiks    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • dik·diks
Woordherkomst en -opbouw
  •  dikdik zn  met de uitgang -s
enkelvoud meervoud
naamwoord dikdiks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedikdiksmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dikdik
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Madoqua  Dikdiks, zo genoemd vanwege het geluid dat ze maken als ze gealarmeerd zijn, zijn kleine antilopes van het geslacht Madoqua dat bestaat uit vier soorten. Ze leven op de savannes van Zuid- en Oost-Afrika
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'dikdiks' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.