dipluren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dipluren    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • di·plu·ren
enkelvoud meervoud
naamwoord dipluren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dediplurenmv

  1. (dieren) een orde Diplura  van zeer kleine bodembewonende zespotigen, behorende tot de aan insecten verwante klasse Entognatha 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'dipluren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.