discounter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  discounter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dis·coun·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord discounter discounters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dediscounterm

  1. bedrijf dat producten met hoge korting verkoopt
     Fotolijstjes, grote vazen, tandpasta, snoep, speelgoed: winkelketen Action is een hype. De nog relatief jonge discounter is een luis-in-de-pels van de gevestigde orde zoals Blokker, Hema en Kruidvat.[2]
     Discounter Kwantum in de etalage[3]
Synoniemen
Hyponiemen
  • harddiscounter, vliegdiscounter

Gangbaarheid

  • Het woord discounter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. discounter op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron “Omzet Action stijgt tot boven miljard” (Dinsdag 10 juni 2014, 10:47), NOS
  3. Weblink bron “Discounter Kwantum in de etalage” (Donderdag 24 april 2014, 12:23), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.