divorce

Engels

Uitspraak
  • VK: /dɪˈvɔːs/
  • VS: /dɪˈvɔɹs/
enkelvoud meervoud
divorce divorces

Zelfstandig naamwoord

divorce

  1. scheiding, echtscheiding
vervoeging
onbepaalde wijs to  divorce 
he/she/it  divorces 
verleden tijd  divorced 
voltooid
deelwoord
 divorced 
onvoltooid
deelwoord
 divorcing 
gebiedende wijs  divorce 

Werkwoord

divorce

  1. scheiden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.