doelloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doelloos    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdulos/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • doel·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van doel met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen doelloosdoellozerdoelloost
verbogen doellozedoellozeredoellooste
partitief doelloosdoellozers-

Bijvoeglijk naamwoord

doelloos

  1. zonder te weten waartoe iets dient of waar men heen wil
    • En zo begon zijn doelloze zwerftocht, die hem uiteindelijk naar de westkust zou voeren. 
    • Ook, of misschien wel juist, met doelloos rondzwerven kun je ergens komen. 
     ’s Middags dwaalde ik doelloos door de straten van de oude stad en kwam een winkel tegen waar allerlei verfspullen werden verkocht.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord doelloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.