doelpubliek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doelpubliek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • doel·pu·bliek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doelpubliek doelpublieken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetdoelpublieko

  1. de groep mensen waarop men zich richt als publiek
    • Het doelpubliek hiervan is voornamelijk de jonge professionelen. 

Gangbaarheid

  • Het woord doelpubliek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.