dolichocefaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dolichocefaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • do·li·cho·ce·faal
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Grieks dolichos [lang] + kephalè [hoofd] met het achtervoegsel -aal [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dolichocefaal dolichocefalen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedolichocefaalv/m

  1. (antropologie) een langschedelige, een persoon die gekenmerkt wordt door een schedel die van voor naar achter lang is in vergelijking met de breedte
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dolichocefaaldolichocefalerdolichocefaalst
verbogen dolichocefaledolichocefaleredolichocefaalste
partitief dolichocefaalsdolichocefalers-

Bijvoeglijk naamwoord

dolichocefaal [2]

  1. (anatomie) langschedelig
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dolichocefaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.