doodsteek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doodsteek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dood·steek

Werkwoord

vervoeging van
doodsteken

doodsteek

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodsteken
    • ... dat ik doodsteek. 
enkelvoud meervoud
naamwoord doodsteek doodsteken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedoodsteekm

  1. (figuurlijk) een handeling waarmee men iemand heel erg kwetst
    • Het bedrog van de ontrouwe echtgenoot werd door de vrouw als een doodsteek ervaren.  
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord doodsteek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.