doorfietsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doorfietsen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • door·fiet·sen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

doorfietsen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorfietsen
fietste door
doorgefietst
zwak -t volledig
  1. zonder te stoppen voortgaan met fietsen
     Hier, Minhen, die rennende voetgangers... ze kunnen best Tonio's aandacht afgeleid hebben. Kust veilig voor ze? Dan ook, iets verderop, voor hem. Doorfietsen maar.[2]
     "De koers was opengebroken, we waren goed op weg. Ik reed vol, maar niet voluit in de wetenschap dat er nog een berg aankwam", aldus Kruijswijk, die wel alle begrip heeft voor het besluit. "Het was de enige en juiste beslissing. Doorfietsen was geen optie."[3]


Gangbaarheid

  • Het woord doorfietsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
  3. Weblink bron “Jumbo-Visma baalt voor Kruijswijk, Ineos spreekt van 'juiste beslissing' na staken koers” (26-07-2019), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.