doortrekken

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • [A] Geluid:  dóórtrekken    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈdortrɛkə(n)/ (3 lettergrepen)
  • [B] Geluid:  doortrékken    (hulp, bestand)
    • IPA: /dorˈtrɛkə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • door·trek·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doortrekken
trok door
doorgetrokken
klasse 3 volledig [A]

Werkwoord

[A] dóórtrekken

  1. overgankelijk (van een lijn) langer maken in dezelfde richting
    • Deze weg is nu doorgetrokken tot over de grens. 
  2. ergatief zich door een gebied heen begeven.
    • We zijn de gehele Sahara doorgetrokken. 
  3. overgankelijk de inhoud van de stortbak van een toilet ledigen.
    • Ik wilde doortrekken maar de stortbak werkt niet goed. 
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doortrekken
doortrok
doortrokken
klasse 3 volledig [B]

Werkwoord

[B] doortrékken

  1. overgankelijk door een materiaal heen diffunderen.
    • Dat hele tapijt is doortrokken met die geur. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord doortrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.