dossen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dossen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɔsə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dos·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • ww:  dos zn  met het achtervoegsel -en [1][2]
  • zn:  dos zn  met de uitgang -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dossen
doste
gedost
zwak -t volledig

Werkwoord

dossen

  1. overgankelijk (verouderd) aankleden met een opvallend resultaat
  2. overgankelijk (figuurlijk) een pak slaag geven, klappen geven
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

dedossenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dos

Gangbaarheid

  • Het woord dossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.