uitdossen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitdossen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·dos·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitdossen
doste uit
uitgedost
zwak -t volledig

Werkwoord

uitdossen

  1. wederkerend zich ~ zich op opvallende wijze kleden
    • Zij dosten zich met carnaval uit met veel veren en glitter. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitdossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.