douwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  douwen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dou·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
douwen
douwde
gedouwd
zwak -d volledig

Werkwoord

douwen [2]

  1. overgankelijk (informeel) duwen [3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
   1. zie: duwen   

Zelfstandig naamwoord

dedouwenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord douw

Gangbaarheid

  • Het woord douwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.