drago

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈdraɡo/
Woordafbreking
  • dra·go

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
drago draghi

drago m

  1. (mythologie) draak
  2. kei, uitblinker


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
dragar

drago

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dragar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.