uitblinker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitblinker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·blin·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitblinker uitblinkers
verkleinwoord uitblinkertje uitblinkertjes

Zelfstandig naamwoord

deuitblinkerv

  1. (sport) (onderwijs) iemand of iets de heel erg goed is, iemand die beter is dan de rest
    • De uitblinker tijdens het zwemtournooi won alle wedstrijden. 
    • Hij was een uitblinker op school, hij was de enige cum laude zijn examen haalde. 
Synoniemen
  1. kanjer, topper, ster

Gangbaarheid

  • Het woord uitblinker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.