dramaturg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dramaturg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dra·ma·turg
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toneelschrijver, toneeladviseur’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van drama [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord dramaturg dramaturgen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedramaturgm

  1. (toneel), (beroep) iemand die de programmakeuze van een toneelgezelschap verzorgt en de regisseur vertelt hoe de voorstelling op de toeschouwer overkomt

Gangbaarheid

  • Het woord dramaturg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.