draperen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  draperen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dra·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘omhangen met een ruim hangend gewaad’ voor het eerst aangetroffen in 1861 [1]
  • afgeleid van het Franse draper (met het achtervoegsel -eren) [2]
    [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
draperen
drapeerde
gedrapeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

draperen

  1. iets mooi ergens omheen of overheen leggen
    • De vrouw drapeerde zich op de divan. 
    • De vrouw drapeerde haar sjaal om haar schouders. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord draperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.