dressuur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dressuur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dres·suur
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘africhting’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1833 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dressuur dressuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedressuurv

  1. (sport), het africhten.
Verwante begrippen
  • dieren temmen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dressuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.