drieënhalf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  drieënhalf    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • drie·en·half
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen drieënhalf
verbogen drieënhalve

Hoofdtelwoord

drieënhalf

  1. (breukgetal) de breuk 3½; drie en een half
    • Hij is na drieënhalf jaar weggegaan. 
    • Ik heb drieënhalve kilo aardappelen gekocht. 
Verwante begrippen
Breukgetallen in het Nederlands
halfanderhalftweeënhalfdrieënhalfvierenhalfvijfenhalfzesenhalfzevenenhalfachtenhalfnegenenhalf

Gangbaarheid

  • Het woord drieënhalf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.