driedelig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  driedelig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • drie·de·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen driedelig
verbogen driedelige
partitief driedeligs

Bijvoeglijk naamwoord

driedelig [1]

  1. bestaande uit drie onderdelen
  2. een driedelig pak: een pak bestaande uit pantalon, vest en jasje het is een teken van netheid en rijkdom
    • Mijn vader droeg altijd een driedelig pak 
    • Dit is een verhaal over succes. Tenminste, als succes een keuze is. Op het omslag van dat boek stond een lachende man in driedelig pak afgebeeld. Met zijn blote voeten stond hij op een brandstapel. [2] 


Gangbaarheid

  • Het woord driedelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 7
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.