driehonderdenzesenzestig

Nederlands

0366
driehonderdenzesenzestig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  driehonderdenzesenzestig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌdrihɔndərtɛnˈzɛsənˌsɛstəx/ (8 lettergrepen)
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·en·zes·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdenzesenzestig

  1. "366", langere vorm van driehonderdzesenzestig, driehonderd plus zesenzestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft driehonderdenzesenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenzesenzestig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • driehonderdenzesenzestigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenzesenzestig" ht als linkerdeel

  • driehonderdenzesenzestigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'driehonderdenzesenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.